Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zegt [5]der dochter Sions: Zie, uw Koning komt [tot] u, zachtmoedig en gezeten op een [6]ezelin en een veulen, zijnde een [7]jong ener jukdragende [ezelin]. 5. Dat is, de inwoners der stad Jeruzalem, die alzo genaamd worden omdat een gedeelte van Jeruzalem op de berg Zion gebouwd was; 2 Kon.19:21. En hierdoor wordt ook de kerk Gods verstaan, van welke Jeruzalem en Zion voorbeelden waren. 6. Christus heeft eigenlijk op het veulen gezeten, gelijk blijkt uit Mark.11:7; Luk.19:35, maar de ezelin wordt hier bijgevoegd, om te tonen dat het een veulen was, dat nog zijn moeder volgde, zodat niemand nog daarop gezeten had, gelijk de andere Evangelisten getuigen. 7. Grieks, zoon.